FINDING THE SHOP YOU NEED

Where is the baker's?

Waar is de bakker?

How do I get to the chemist's, please?

Hoe kan ik bij de chemicus komen, alstublieft?

Is there a book shop near here?

Is er een boekwinkel heir in de buurt?

Can you tell me where I can buy some cheese, please.

Kun je me vertellen waar ik kaas kan kopen, alstublieft?

Is it near here?

Is het hier dicht bij?

It's very near.

Het is erg dicht bij.

It's a fair way away.

Het is een stuk ver weg van hier.

It's about five minutes on foot.

Het is ongeveer vijf minuten lopen.

SHOPPING

Can we have a look around?

Kunnen we even rond kijken?

Can I help you?

Kan ik jou helpen?

I'm just looking.

Ik kijk alleen even.

I would like two postcards, please.

Ik wou twee postkaarten hebben, alstublieft.

Give me eight oranges, please.

Geef me maar acht sinaasappels, alstublieft.

Have you got a film?

Heb je een film?

Can I listen to it?

Kan ik even naar luisteren?

Can I try it on?

Kan ik het even aandoen?

What size (clothing) is it?

Welke maat is het?

What size (shoes) do you take?

Welke maat (schoenen) neem je?

It's for a present.

Het is een kado.

Can you gift-wrap it for me, please.

Kun je het voor me even als kado verpakken, alstublieft.

How much is it?

Hoeveel is het?

I'll take it/them.

Ik neem het/hun.

That is all.

Dat is alles.

Do you have it in a different colour?

Heb je het in een verschillende kleur.

Do you take cheques?

Neem je cheques aan?

I only have a 50 franc note.

Ik heb alleen een brief van 50 gulden.

HOW MUCH AND HOW MANY

I would like a piece of cake.

Ik wou een stuk taart.

I would like a slice of ham.

Ik wou een sneetje ham.

I would like a kilo of peaches.

Ik wou een kilogram perzikken.

I would like a tin of tuna.

Ik wou een blikje tunijn.

I would like a packet of biscuits.

Ik wou een pakje bischuit.

I would like a box of chocolates.

Ik wou een doos chocola(de).

I would like two pineapples.

Ik wou twee ananas.

French

German

Spanish

Italian

Greek

Dutch

Portuguese